Hoeve Galouppe kiest voor natuur en eenvoud
Aan de rand van Pesaken, tussen de weilanden en de akkers, ligt Hoeve Galouppe. Geen standaard boerenbedrijf, maar een plek waar met aandacht wordt gewerkt – voor de dieren, de bodem én de omgeving. Theo en Monica van der Burg verhuisden 23 jaar geleden van Brabant naar Zuid-Limburg. Zodra ze het perceel opliepen wisten ze “dit is de plek waar we onze droom gaan verwezenlijken!”. Sindsdien runnen ze hier hun eigen Wagyuboerderij.
“We wilden iets opbouwen in de veehouderij, maar niet zomaar aansluiten in de rij”, vertelt Theo. “Dikbillen liepen er al genoeg rond in Limburg, dus we keken naar andere opties.” Hun keuze viel op Wagyukoeien, een ras dat nog nauwelijks voorkwam in de regio. De drie bloedlijnen die wereldwijd bestaan, combineerden zij tot een eigen, onderscheidende lijn van hoge kwaliteit.”
Minder koeien, meer aandacht
Inmiddels hebben ze de kudde teruggebracht van 130 naar 23 dieren. De reden is simpel: het pensioen komt in zicht. Maar van stoppen is nog lang geen sprake. “We hebben 35 hectare land, daar blijven we ons mee bezighouden. Alleen anders.” En dat anders betekent: met meer oog voor biodiversiteit, zonder kunstmest en met zo min mogelijk chemische bestrijdingsmiddelen. “Onkruid hoeft hier niet per se weg, dat hoort erbij. Het hoeft niet altijd netjes.”
De aanpak van Theo en Monica is natuurvriendelijk, maar niet per se zweverig. “We hebben heggen, fruitbomen en als het even kan doen we aan niet-kerende grondbewerking. Alles met het idee om de bodem te verbeteren, insecten en vogels aan te trekken en tegelijk als boer nog grip te houden op wat je doet.”
Zaaien voor vogels, bodem én boer
Dit najaar zaaiden ze een wintervoedselakker in, een mengsel van zaden speciaal voor overwinterende vogels. “We hadden zwermen trekvogels op bezoek. Mooi om te zien dat dat werkt.” Recent volgde een patrijzenakker met opnieuw een gevarieerde mix, inclusief zonnebloemen. “Die gooi ik er zelf bij”, vertelt Theo. “Omdat ik ze mooi vind. En ze leveren volop zaden op voor de vogels.”
De winter- en voorjaarsmengsels zijn niet alleen goed voor de natuur, maar ook slim voor de boer. “Ze zijn tweejarig, kosten weinig, vragen weinig onderhoud en je weet wat je eraan hebt. Rustgewassen, noemen ze dat. Ideaal om in je rotatie mee te nemen. En je hoeft niet te spuiten.”
Keuzevrijheid
Toch laat de praktijk ook zien dat er niet één juiste manier is. Op een ander deel van het land telen Theo en Monica dit seizoen tien hectare aardappelen. Waar sommige percelen natuurinclusief worden beheerd – zonder kunstmest en chemische bestrijding – zijn de aardappelen juist regulier geteeld en bemest. “We hebben geen behoefte om volledig biologisch te worden”, zegt Theo. “Juist de combinatie van natuur en regulier geeft ons vrijheid, onderlinge concurrentie en de mogelijkheid om keuzes te maken.” Hij verwacht dat over tien jaar de reguliere teelt ook sterk in de richting van biologisch zal zijn opgeschoven, “mede dankzij innovaties zoals de spotsprayer”.
Altijd op zoek naar balans
Het blijft zoeken, elk jaar opnieuw, vertelt Theo realistisch. “Naar het juiste zaai-moment, het beste mengsel, wat werkt op de grond? En dat maakt het ook juist leuk, want je leert telkens bij.” In hun zoektocht krijgen ze advies van Natuurrijk Limburg. “Zij blijven kritisch meedenken en geven praktische tips. Als je vóór half mei zaait, zit je goed. Dat geeft vrijheid én het juiste effect.” Theo ziet ook hoe serieus het team van Natuurrijk Limburg met de resultaten bezig is. “Ze komen regelmatig kijken, en dat enthousiasme werkt aanstekelijk.”
Inmiddels zien Theo en Monica duidelijk dat deze natuurinclusieve aanpak werkt. “We zien en horen meer uilen, patrijzen, fazanten en kwartels. Loopsporen, én een wildcamera, laten zien dat er ook dassen en wilde zwijnen over de akkers trekken.” De inzet van Theo en Monica maakt een verschil in het Limburgse landschap. Voor de bodem, de diversiteit en voor de dieren die er leven. “Het is geen ideologie, maar gewoon logisch boeren. Als je de grond in de winter niet kaal laat, biedt die voedsel en veiligheid. En daar reageren dieren meteen op.”
