A01 – Grasland met rustperiode
Beheerpakketvarianten
De rustperiode betreft de periode:
e) 1 april tot 1 juli
f) 1 april tot 8 juli
g) 1 april tot 15 juli
i) 1 april tot 1 augustus
k) 1 april tot 15 augustus
n) 1 april tot 1 september
Beschrijving
Het in acht nemen van een rustperiode op grasland biedt rust aan broedende vogels en
daarmee de kans op verstoring van de legsels te minimaliseren. Ook biedt het opgroei-
gelegenheid aan kuikens. De kans op de verstoring van de legsels wordt met dit pakket
geminimaliseerd. Een rustperiode is vooral voor weidevogels van belang, maar het be-
heer biedt ook schuil- en foerageergelegenheid voor diverse fauna zoals insecten, kleine
zoogdieren, vogels en amfibieën.
Om te voorkomen dat het gras te zwaar wordt, wordt afgeraden om voor de rustperiode
te bemesten. Dat voorkomt dat het gras aan het eind van de rustperiode gaat liggen en
vervilt. Dat geldt zeker voor bemesting met kunstmest en drijfmest, waaruit de voe-
dingsstoffen snel beschikbaar komen.
In de rustperiode zijn landbouwkundige werkzaamheden niet toegestaan. Aan het eind
van deze periode staat er een vrij hoge vegetatie op het perceel.
Het beheer
• Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschre-
ven onder beheerpakketvarianten).
• In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats.
• Beweiding is in de rustperiode niet toegestaan.
• Het te voet betreden van het perceel moet zoveel mogelijk worden beperkt. Uit-
zonderingen kunnen worden gemaakt voor maatregelen in het kader van het
ANLb zelf, maar ook deze moeten zoveel mogelijk worden vermeden.
• In goed overleg tussen deelnemer en veldmedewerker wordt ernaar gestreefd op-
timale leefomstandigheden voor weidevogels te creëren, bijvoorbeeld een gevari-
eerde vegetatie die veel insecten oplevert. De deelnemers trekken in het collectief
gezamenlijk op om inzichten en kennis op te doen en te delen
