Correctie op antwoorden RVO vragenuurtje GLMC8 in relatie tot ANLb

Update 21 april 2023

RVO heeft laten weten dat één van de door hen gegeven antwoorden in onderstaand document niet blijkt te kloppen…
Het gaat om de vraag: wat gebeurt er als iemand teveel voor 4% niet-productief areaal heeft aangevinkt (in de gecombineerde opgave)?
Het oude antwoord van RVO:

“RVO gaat niet méér korten op het beleidstarief dan noodzakelijk.”

Het nieuwe antwoord van RVO:

“Hoewel dit ook intern de uitdrukkelijke wens is, is dit technisch niet ingeregeld. Dit betekent dat een deelnemer niet te veel moet aanvinken.

Als niet voldaan wordt aan de 4% eis, wijst RVO toe totdat de 4% is bereikt.

Hierbij wordt eerst gekeken naar:

  1. landschapselementen
  2. vervolgens naar eco-activiteiten
  3. en als laatste naar ANLb-activiteiten

Dit gebeurt automatisch op perceelsniveau. Dit betekent dat er méér dan 4% kan worden toegewezen. Het geautomatiseerd splitsen van percelen is namelijk niet mogelijk.“ Oftewel: om te voorkomen dat dit gebeurt, is het noodzakelijk dat deelnemers zelf goed in de gaten houden wanneer ze de 4% bereikt hebben en zo nodig een perceel splitsen als er maar een deel van dat perceel nodig is om de 4% te halen.

de overheid legt de verantwoordelijkheid om de gecombineerde opgave goed in te vullen dus bij de gebruikers neer!

Ook op dit vlak legt de overheid de verantwoordelijkheid om de gecombineerde opgave goed in te vullen dus bij de gebruikers neer, omdat ze zelf de boel niet op orde hebben… Wat dit betekent voor gevallen waarin méér dan 4% niet-productief areaal is opgegeven in de gecombineerde opgave is niet helder. Wij zullen opnieuw protest aantekenen tegen deze gang van zaken.

Let op!  want als er méér dan 4% als niet-productief wordt bestempeld, raak je van dat méér ook de mestplaatsingsruimte kwijt volgens het systeem van RVO…

 

BoerenNatuur antwoorden vragenuurtje 3-4-2023

Hierbij de terugkoppeling op de vragen over niet productief areaal (NPA) uit ons vragen uurtje.

Sloten

Om een sloot als NPA areaal op te geven moet deze “ter beschikking van de landbouwer staan”.
Hierbij is het de vraag wanneer dit het geval is? In onze bijeenkomst hebben we vraagtekens geplaatst bij de
constructie dat een waterschap een sloot ter beschikking geeft aan de landbouwer, waarbij het onderhoud en het
beheer bij het waterschap blijft. Wie heeft dan het beheer?
Deze vragen zijn voorgelegd aan LNV. We komen hier zo snel mogelijk op terug.

Gewascodes,

In het overleg hebben we het gehad over welke gewascodes kunnen/mogen worden ingezet.
RVO adviseert niet welke gewascode gebruikt moet worden. Wij geven aan welke gewascodes toegestaan zijn bij
bepaalde ANLb pakketten.

de hoofdregel

De gewascode die de werkelijkheid het dichtst benaderd (de feitelijke situatie) moet worden opgegeven.

De gewascode speelt een rol in het ANLb pakket, de eco-activiteit (waardes/punten), en het voldoen aan bepaalde
conditionaliteiten (bepaalde weegfactoren). Het is aan de boer om hier een keus in te maken.
Overwegingen daarbij kunnen zijn:
> 1926 Agrarisch natuurmengsel in te zetten, niet als rustgewas, wel als Groene braak inzaai, weeg
factor 1,5
> 6794 Groene braak spontane opkomst, geen rustgewas, niet productief weegfactor 1
> 2652 Granen overig, in te zetten als rustgewas, het kan zowel productief, als niet productief zijn, bij
niet-productief weeg factor 1,5

Het “meest optimaal gebruik maken van de punten uit de ECO waarbij de betaling uit het ANLb komt”, is dus aan
de boer.

Afhankelijk van de eco-activiteit en de regio zal de punten verdeling over de vijf doelen verschillen. Als ersprake is van dubbele financiering vervalt de waarde bij de eco-regeling.

Welke punten waar nodig zijn zal per boer kunnen verschillen. Leidend blijft de feitelijke situatie.

3% in plaats van 4% NPA

In de uitvoeringsregeling zijn 2 bepalingen opgenomen wanneer volstaan kan worden met maar 3% NPA.

1. U kunt er ook voor kiezen om 7% van uw bouwland niet-productief te laten. 4% kunt u dan invullen met
de eco-activiteiten niet-productief landbouwgrond.
RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving op het beleidstarief aan het collectief voor percelen
met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen nodig zijn om de
grens van 3% te halen.
2. U kunt er ook voor kiezen om 7% van uw bouwland niet-productief te laten. 4% kunt u dan invullen met
stikstofbindende gewassen zonder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving op het beleidstarief aan het collectief voor percelen met een  ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen.

RVO betaalt ook geen vergoeding voor inkomstenderving op het beleidstarief voor percelen met een ANLb-beheerpakket met stikstofbindende gewassen als de percelen nodig zijn om de grens van 7% te halen.

(In de Eco wordt ook geen waarde voor de eco-activiteit Stikstofbindende gewassen als de percelen nodig zijn om de grens van 7% te halen.)
Pragmatisch vanuit ANlb bekeken:
Om de eerste 3% te halen hoeven geen ANLb percelen te worden ingezet. In het eerste geval is het meestalgemakkelijker om 4% NPA te realiseren. In het tweede geval komen we op 7% NPA.

De conclusie is dat:

deze uitzonderingen voor het ANLb niets toevoegen.

Vragen in de Chat:

Wat gebeurt er als iemand teveel voor 4% NP heeft aangevinkt?

RVO gaat niet meer korten op het beleidstarief dan noodzaklelijk.
Mag je wel door je 4% heen rijden om bij je overige (lees productieve) grond te komen?
Ja.Hier hebben de nuancering gemaakt dat bij veelvuldig gebruik een strook wellicht als pad/zandweg kan worden
aangemerkt. Toevoeging: ook wendakkers kunnen NPA zijn.

Kunnen wij op korte termijn zien hoe een deelnemer NPA heeft opgegeven?

De betreffende KI is in de maak. De waarde van de KI is komt pas na 1 oktober tot z’n recht. Voor die tijd kunnen
deelnemers immers nog wijzigingen aanbrengen.
Uit ons gesprek bleek dat collectieven ook na 1 oktober graag inzicht hebben welke oppervlakten niet productief
zijn ingezet.
Wanneer vindt de korting aan collectieven plaats?

Korting op GLMC8a, vindt plaats op het beleidstarief, aan de B kant.
Een boer krijgt dus nooit een korting, maar collectief kan wel de inkomstenderving missen?
Of de betreffende deelnemer van het collectief niet de volledige vergoeding krijgt is aan het collectief.
We weten dat in kwaliteitshandboeken van collectieven hier weleens wat voor wordt opgenomen. Raadpleeg hier
dus ook jullie kwaliteitshandboek.

Als ANLb wordt ingezet als niet productief dan vervalt de inkomstencomponent aan de B-kant
Bij inzet als NPA wordt de inkomstendervingscomponent altijd in mindering gebracht op het tarief beleidsregel
(lees: maximumtarief) voor de activiteit(en). Deze verlaging kan inderdaad wegvallen in de financiële buffer.

1/Mocht niet voldaan worden aan de 4% niet productief dan zal RVO eerst kijken we eerst of er nog areaal is zonder
ANLb en/of ECO dat als NPA ingezet kan worden. De kans is op zich klein, maar mogelijk is de deelnemer iets
vergeten (bijv. een landschapselement);
2.Vervolgens worden de ingezette ECO activiteiten gekort daarna pas de ANLb activiteiten van laag naar hoog. Dit
tot het bereiken van de 4%.
3. Mocht er vervolgens onvoldoende NPA worden gerealiseerd dan volgt vanaf 2024 een conditionaliteitskorting (de
korting over de regelingen heen). In 2023 wordt deze laatste korting niet toegepast.

Als een sloot eigendom is van een deelnemer en het beheer en onderhoud ligt bij het waterschap, kan
die sloot dan wel worden gebruikt voor een wegingsfactor 2?
Zie antwoord hierboven bij sloten. Als de sloot tot de beschikking staat van de deelnemer dan is in 2023 de
weegfactor 2.

De 3% niet productief en de 4% luzerne, als daar op die 4% een pakket op komt te liggen, krijg je
dan wel de hele ANLB vergoeding?

(immers het is dan toch een wettelijke verplichting omdat dan je 4% eiwitrijke gewas moet omdat je dan dus maar slechts 3% niet productief invult?) Zie eerder gegeven antwoorden. Waar het collectief vervolgens de vergoeding aan geeft is aan het collectief.

Mijn collega had laatst met RVO gebeld en die gaf aan dat je beter de scheidingslijn kunt kiezen voor 50/50% en juist niet kadestraal.
Dit is een opmerking geen vraag. Ongetwijfeld gaat dit over de verdeling van een element. Uit eigen ervaring
weet ik dat kadastrale lijnen niet altijd de topografische grenzen en het gebruik van elementen volgen. Ook hier,
de feitelijke situatie is leidend.

Klopt het dat daar nu een ander advies over gegeven wordt?

Dit is door LNV/RVO gezegd: “Er zijn ook vragen gesteld door de waterschappen over GLB
gerelateerde zaken als overeenkomsten voor het inzetten van waterlopen als landschapselement.
Indien de waterloop eigendom is van het waterschap en de landbouwer deze als LE wil inzetten zal
daarvoor toestemming nodig zijn.

De inhoud van deze overeenkomt zien we als een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de deelnemende partijen en hier zal iedere waterschap zelf invulling aan geven.”
Hoe verhoudt zich dat tot het antwoord van zojuist?
Zie hierboven het antwoord bij sloten.

Klopt het dat als je een akkerrand opgeeft als “overige granen” die niet wordt gezien/opgemerkt als
niet-productief?
Ais ik perceel voor ANLB met code 1926 invul is er ook de optie om ‘braak’aan te kruisen. Wanneer
kruis je dit wel en wanneer kruis je dit niet aan?
bij 75% blijvend grasland en voedergewassen is er een vrijstelling voor GLMC8. Mag de luzerne inpakket 16 Vogelakker worden meegeteld biij de 75%?
Zie antwoord gewascodes “Is er al meer bekend…”

Op dit moment staat gewascode 1926 niet op de gewassenlijst als rustgewas ikv GLMC7 en eco-
activiteit rustgewas. Wij hebben het pleidooi gedaan deze gewascode toe te voegen, maar als dat
geaccepteerd wordt, zal dat pas per 2024 worden ingevoerd. En je kunt het pakket ‘kruidenrijke
akkerrand’ combineren met eco-activiteit groenbedekking, mits je een gewas(code) voor die eco-
activiteit inzet die toegestaan is voor die eco-activiteit.
Is er al meer bekend over 1926 als rustgewas?
Opgeven als braak betekent geen mestplaatsingsruimte, toch?