Definitieve versie Uitvoeringsregeling bufferstroken

Afgelopen dinsdag is de definitieve versie van de Uitvoeringsregeling bufferstroken gepubliceerd in de Staatscourant.

Uitvoeringsregeling bufferstroken

Enkele belangrijke punten uit de toelichting:

“Deze regeling strekt tot uitvoering van de voorwaarde tot het aanhouden van bufferstroken uit de derogatiebeschikking. Conform de derogatiebeschikking wordt in deze regeling de breedte van bufferstroken langs waterlopen geregeld waarop bemesting verboden is.

Inhoudelijke harmonisatie met andere regelgeving ten aanzien van het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen op teeltvrije zones en bufferstroken (Activiteitenbesluit milieubeheer en Uitvoeringsregelgeving GLB 2023) zal na inwerkingtreding van deze regeling via een separaat traject worden uitgevoerd.

Wat bepaalt de derogatiebeschikking

De derogatiebeschikking bepaalt:

  • Dat bufferstroken verplicht zijn op alle landbouwgrond langs waterlopen
  • Dat op een bufferstrook bemesting is verboden
  • De breedte van de bufferstrook

Voor welke landbouwpercelen gelden deze maatregelen?

De bepalingen in deze regeling gelden voor alle landbouwpercelen langs waterlopen ongeacht de gewassen op die grond of de gebruikte spuittechniek.

Voor welke landbouwers is dit van toepassing?

De bepalingen zijn van toepassing op alle landbouwers, ongeacht of een landbouwer wel of geen aanvraag doet voor derogatie of GLB.

Wat is de “insteek” van een waterloop?

De bufferstrook wordt gemeten vanaf de insteek van een waterloop: het snijpunt van de raaklijnen van het talud en het horizontale maaiveld. De insteek is dus de ‘knik’ tussen talud en maaiveld. In een situatie van een flauw talud wordt de bufferstrook gemeten vanaf 100 cm vanaf de waterlijn in de richting van het perceel.

Wat is de definitie van talud?

Een flauw talud wordt gedefinieerd als een talud dat ten minste 200 cm breed is en een hellingshoek die niet steiler is dan 1:3. De waterlijn is de lijn die is aangeduid op kaarten in de Basisregistratie Grootschalige Topografie (hierna: BGT).

Vanaf die waterlijn wordt dus een strook van 100 cm aangehouden. Pas na die 100 cm begint de bufferstrook. Deze 100 cm dient om te

voorkomen dat de bufferstrook mee schuift met wisselende waterstanden wat het vaststellen van de mestplaatsingsruimte zou bemoeilijken.

Wat is afschaling?

In een aantal situaties mag op basis van de derogatiebeschikking een smallere breedte worden gehanteerd. Dit is het geval als de totale breedte van de bufferzones op een perceel boven een bepaald percentage van het perceel komt. Dat wordt afschaling genoemd.

Uitgangspunt voor de typering van de waterlopen en de aan te houden breedte is de feitelijke situatie in het veld. De landbouwer geeft de feitelijke situatie met betrekking tot de bufferstroken door aan RVO via de Gecombineerde Opgave.

Gecombineerde Opgave

Deze registratie van de feitelijke situatie is onder andere van belang voor de mestplaatsingsruimte en de berekening van subsidie in het kader van het GLB. RVO gaat uit van de feitelijke situatie zoals opgegeven door de landbouwer. Een fout in de kaartlaag heeft daardoor in beginsel geen gevolgen voor de subsidie of de mestplaatsingsruimte in 2023.“