Let op bij kruidenrijke graslanden:
voorkom dominantie van gestreepte witbol en vossenstaart
Binnen het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) zijn kruidenrijke graslanden van groot belang voor de biodiversiteit. Deze graslanden vormen een waardevol leefgebied voor insecten, weidevogels en andere soorten. Een goed ontwikkeld kruidenrijk grasland bestaat uit een gevarieerde mix van grassen en bloeiende kruiden. In de praktijk zien we echter dat soorten zoals gestreepte witbol en grote vossenstaart zich snel kunnen uitbreiden en het grasland gaan domineren. Dit leidt tot een afname van de kruidenrijkdom en daarmee van de ecologische waarde van het perceel.
Grote vossenstaart Gestreepte witbol
Hoe ontstaat dominantie?
Deze grassoorten profiteren van relatief voedselrijke omstandigheden, beperkte begrazing of uitgestelde maaidata. Door hun snelle groei en de vorming van een dichte zode krijgen kruiden onvoldoende ruimte om zich te vestigen en te ontwikkelen.
Wat kunt u doen om dit te voorkomen?
Goed maaibeheer – Maai tijdig en stem de maaidata af op de ontwikkeling van het grasland. Door eerder in het seizoen te maaien (bijvoorbeeld eind mei of begin juni), voorkomt u dat gestreepte witbol en vossenstaart bloeien en zaad vormen.
• Maaisel afvoeren – Laat het gemaaide gras niet liggen, maar voer het af. Dit verlaagt de voedselrijkdom van de bodem, wat gunstig is voor veel kruiden.
• Herstelmaatregelen bij sterke dominantie – Is het grasland al grotendeels overgenomen door één of twee dominante grassoorten? Dan kunnen herstelmaatregelen nodig zijn, zoals het aanpassen van de maaidatum of extra inzet op verschraling (bijvoorbeeld door vaker te maaien of tijdelijk intensiever te begrazen).
• Monitoring en overleg – Houd de ontwikkeling van uw percelen goed in de gaten. Twijfelt u over de juiste aanpak? Neem dan contact op met uw veldmedewerker. Samen kunt u bekijken welke aanpassingen mogelijk en effectief zijn.
Waarom is dit belangrijk?
Kruidenrijke graslanden leveren een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen van het ANLb. Een goed beheerd perceel biedt voedsel, beschutting en broedgelegenheid aan tal van soorten. Door tijdig in te grijpen voorkomt u dat het beheer op de lange termijn minder effect heeft. Zo draagt u actief bij aan het behoud van biodiversiteit in uw regio.
