Pleegakkers: Akkerkruiden en graan hand in hand
In gesprek met Rob Beunen
Het project pleegakkers is opgezet door de bosgroep, WUR en het Louis Bolk instituut en uitgevoerd door deelnemers van het ANLb. Binnen dit project zijn zaden van bijzondere akkerflora verzameld en vervolgens ingezaaid op graanpercelen. Denk hierbij aan soorten ….
De uitdaging: ruimte geven aan kruiden en tegelijkertijd zorgen voor een goede graanopbrengst.
Het project pleegakkers loopt dit jaar ten einde Vanwege de grote waarde willen we dit vanuit Natuurrijk Limburg graag voortzetten en uitbreiden. Daarom delen we graag de ervaringen van de deelnemer Rob Beunen.
1. Hoe ben je betrokken geraakt bij Natuurrijk Limburg en wat betekent dat voor jou?
Rob: “Mijn betrokkenheid bij Natuurrijk Limburg komt voort uit mijn familieachtergrond. Mijn vader had via de Dienst Regelingen van RVO al een perceel in beheer onder het programma ‘Boeren met Natuur’. Vanuit huis uit was er dus altijd al een link met natuurbeheer. Die lijn wilde ik voortzetten en verder uitbouwen.
We hebben een kleinschalig gemengd landbouwbedrijf met een focus op akkerbouw. We verbouwen onder andere granen, korrelmaïs en suikerbieten. Juist doordat we met veel kleinere percelen werken is het belangrijk om per stuk grond te kijken wat er het beste past. Natuurinclusieve landbouw is hier een waardevolle aanvulling op”.
“Natuurbeheer zit ons bedrijf verwegen”
2. Wat heeft je ertoe bewogen om aan dit project mee te doen?
Ik ben benaderd door Peter Verbeek van de provincie, met de vraag of ik interesse had om deel te nemen aan het project ‘Bloemrijke Akkers/Pleegakkers’. Dat kwam goed uit, omdat ik al een perceel had waar vijf van de zes jaar graan op had gestaan. Door grondruil raakten we enkele percelen kwijt, en op een ander perceel konden we juist doorgaan met graan.
Er is jaarlijks iemand langsgekomen van het project om de percelen te beoordelen en eventueel kruiden te zaaien. De reacties waren steeds erg positief. Dat gaf vertrouwen in het project.
3. Hoe past de ‘teelt’ van akkerkruiden in je dagelijkse bedrijfsvoering?
Het past eigenlijk verrassend goed in mijn manier van werken. Ik heb zelf de machines om te dorsen en vind het leuk om ermee bezig te zijn — het is ook een beetje een hobby geworden. Het belangrijkste voor mij is dat ik het beheer in eigen hand kan houden en zelf kan uitvoeren.
Ik merk dat het resultaat beter is wanneer je in het voorjaar zaait, al heb ik ook geëxperimenteerd met winterinzaai en daarna bijzaaien in het voorjaar. Soms zaai ik ook zomergerst bij. Je moet een beetje aanvoelen wat werkt.
4. Kun je iets vertellen over je ervaring met het inzaaien van je eigen kruidenmengsel? Hoe verhoudt zich dat tot andere mengsels?
Ik heb onder andere gewerkt met een zogenoemde ‘patrijsakker’ en andere kruidenrijke akkermengsels, maar de pleegakker is makkelijker. Omdat de zaadbank van de kruiden toch al in de grond zit is de werkwijze vaak: klepelen, onderwerken en dan alleen graan opnieuw inzaaien. Dat werkt goed: ik heb minder last van onkruid dan bij sommige andere beheerpakketten.
Belangrijk is dat het zelf geoogste kruidenmengsel goed schoon is, anders raken de pijpjes van de zaaimachine verstopt. Ik werk met een zaaimachine, een kunstmeststrooier en bewerk de grond daarna met een cultivator. Wel merk ik: het ene perceel is het andere niet. Het ene jaar lukt alles perfect, het andere jaar wat minder — het hangt veel af van de bodem en de omstandigheden.