Maaskracht 2025: Biodiversiteit langs de Maas
De samenwerking tussen Natuurrijk Limburg en Maaskracht gaat haar tweede jaar in. Een bijzonder project waarin biodiversiteit centraal staat. De percelen zijn eigendom van Rijkswaterstaat en worden via Maaskracht op een natuurinclusieve manier beheerd — samen met de leden van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb).
Van pacht naar natuurbeheer
Waar vroeger boeren deze percelen zonder duidelijke voorwaarden pachtten, kiest Rijkswaterstaat nu voor een andere koers. Pachtinkomsten zijn opgegeven ten gunste van biodiversiteitsontwikkeling. Dankzij de samenwerking met Maaskracht en de agrarische collectieven zoals Natuurrijk Limburg, wordt het beheer professioneel en natuurgericht uitgevoerd.
Wie is Maaskracht?
Maaskracht is een samenwerking van:
-
Wetering (grond-, weg- en waterbouw)
-
Van Wijlen (infra, groen en sport)
-
M.J. Smits B.V. (openbaar groenonderhoud)
-
Tenders & Projects (projectmanagement)
Zij beheren veel percelen van Rijkswaterstaat langs de Maas — met een sterke voorkeur voor inzet van lokale ondernemers. Dankzij de koppeling met agrarische collectieven wordt het beheer uitgevoerd volgens de ANLb-methodiek.
Beheer volgens de ANLb-methode
Langs de bijna 200 kilometer lange Maas worden op verschillende plekken natuurmaatregelen toegepast. In Limburg is dat inmiddels op circa 85 hectare. Hier voeren boeren het werk uit in opdracht van Natuurrijk Limburg. Ze worden geen pachter meer, maar onderaannemer die beheer uitvoert voor biodiversiteit. De oogst blijft eigendom van de boer.
Praktijkvoorbeeld: evenwicht tussen kruiden en vogels
Veldmedewerker Mickeal Kurvers vertelt over een recent beheerperceel dat van akker naar grasland is omgevormd. Het gras ontwikkelt zich richting een kruidenrijk geheel, maar probleemkruiden zoals ridderzuring, akkerdistel en Jacobskruiskruid vragen om slim beheer.
Daarbij komt nog een dilemma: vroeg maaien om witbol te onderdrukken of wachten om broedende veldleeuweriken te beschermen?
De oplossing: gefaseerd maaien én voldoende hoog. Zo blijven delen met weinig probleemsoorten gespaard, en hebben jonge vogels een kans om te overleven.
Resultaat: jonge veldleeuweriken én minder probleemkruiden
Door het maaien goed te timen is de zaadvorming van probleemkruiden voorkomen. Tegelijk hebben jonge veldleeuweriken voldoende tijd gekregen om uit te vliegen. Na 49 dagen is er opnieuw gemaaid, op het moment dat het Jacobskruiskruid bijna in bloei stond. Een tweede legsel werd mogelijk — cruciaal voor het behoud van deze boerenlandvogel.
Een mooie prestatie door goede afstemming tussen boer en collectief.
Meer weten?
Lees verder over Maaskracht op: https://maaskracht.eu
