Even bijpraten
Willem Maris vertelt over zijn bevindingen
Het wordt opnieuw geen opwekkend verhaal. Sinds 2018 worden we geteisterd door droge zomers. Alleen de zomer van vorig jaar onderbrak de reeks. Dat noemden we een natte zomer. Terwijl het een ‘normale’ was….
Kieviten
Afgelopen voorjaar vonden we 104 nestelende kievitparen in ons werkgebied. Bij slechts 31 hebben we vast kunnen stellen dat ze een legsel uitgebroed hebben. Een bedroevend uitkomstpercentage van 30%.
Uiteindelijk hebben we met zekerheid 4 vliegvlugge pullen waargenomen en enkele bijna vliegvlugge die het wellicht ook gered hebben.
Habitat van kieviten
Er is duidelijk iets structureel mis in het habitat van onze Nederweerter kieviten. Droogte zal een belangrijke rol spelen maar uiteindelijk worden eieren en pullen te vaak het slachtoffer van predatie. Er waren ook weer erg weinig muizen. Dat verhoogt de predatiedruk op andere prooien, lees weidevogels.
Grutto’s
Na jaren een min of meer stabiele gruttopopulatie van 15-20 paar in Nederweert te hebben gehad zijn we dit jaar plots ingezakt naar 6 paar. Dat moest er natuurlijk een keer van komen. Grutto’s kunnen erg oud worden (de oudst bekende grutto in NL werd 29 jaar) waardoor de populatie ook bij een laag broedsucces nog lang op niveau kan blijven. Maar uiteindelijk wreekt het minimale broedsucces van de afgelopen gortdroge jaren zich.
Minimaal broedsucces
In de afgelopen 3 jaar is slechts 1 jonge grutto vliegvlug geworden in Nederweert, heel misschien 2. Dat was in die ‘normale’ zomer van vorig jaar. Dit jaar had 1 paar minstens 2 jongen maar ze zijn niet veel ouder geworden dan een dag of 10. Het grootste deel van de grutto’s was eind mei al vertrokken. De laatste grutto werd op 11 juni gezien aan de Mussenbaan.
In weidegebied het Molentje in Neerkant ten noordoosten van de Groote Peel hebben gelukkig 4 van de 6 gruttoparen wel jongen grootgebracht. Een onverwachte melding kwam ook nog uit de Diepenhoek in Someren waar op 15 juni ineens een gruttopaar opdook met 3 jongen van een dag of 10. Helaas is het bij die ene waarneming gebleven en waren de grutto’s daar te snel verdwenen om hoop te kunnen hebben op een gunstige afloop.
Tellingen
Dat we minder broedende grutto’s zouden overhouden bleek eigenlijk al uit de maximaal getelde aantallen in de waterplas in de Mussenbaan, de voorjaars verzamelplaats, zie grafiek hieronder. Het gemiddelde maximum kelderde van 54 grutto’s vorig jaar naar 22 dit voorjaar.
Veilig grasland
Alle 6 de gruttoparen in Nederweert lijken in het veilige weidevogelgrasland gebroed te hebben. Uitmaaien is dus geen oorzaak voor het feit dat er slechts 1 legsel is uitgekomen.
Nu maar hopen dat enkele van de jonge grutto’s uit het Molentje de komende jaren met een partner Nederweert bezoeken anders wordt het stil in ons gruttogebied. Het zal toch niet gebeuren dat de grutto’s in Nederweert uitsterven vlak voordat er in het stroomgebied van de Aa vernattingsmaatregelen worden doorgevoerd en plas/drassen en waterbuffers worden aangelegd?
Wulpen
In het kerngebied tussen Peel en Zuid-Willemsvaart hebben dit jaar 7 paren wulpen gebroed, net als vorig jaar. In de Wetering 1 paar, in Kruisvennen net als de voorgaande drie jaar 5 paren en in het Laarderheide gebied waarschijnlijk 1 paar. Van deze 14 paren is het 7 paren gelukt een legsel uit te broeden. In totaal kropen er 17 pullen uit het ei. De laatste 6 zagen pas half juni het levenslicht. Twee van deze 7 legsels zijn in weidevogelgras uitgebroed. De 5 andere legsels bevonden zich in gangbaar gras- of maisland. Eén daarvan is door bescherming uitgekomen, de andere 4 zijn op een of andere manier aan de agrarische bewerkingen ontsnapt.
Wonder
Eén legsel was aan het uitkomen op het moment dat het gras op 30 april gemaaid werd. Als door een wonder is de maaier net over de 2 eieren gegaan. Eén ei is wel geraakt maar kwam toch uit. De 3 andere legsels waren allen waarschijnlijk een vervolglegsel na een eerste mislukking want ze werden pas in juni met pullen aangetroffen.
Eén daarvan bevond zich in grasland, het werd ontdekt toen het op uitkomen stond een paar uur voordat het gras voor de tweede keer gemaaid zou worden. De andere 2 legsels zijn mogelijk op pas gezaaide mais uitgebroed want ze kunnen eigenlijk eigenlijk onmogelijk op de belendende graspercelen zijn uitgebroed gezien het maai-interval.
Naast de 7 uitgekomen nesten zijn nog 3 nesten door ons beschermd die later gepredeerd zijn. Eén van die wulpenparen was waarschijnlijk later succesvol met een legsel op maisland.
Vliegvlugge jongen
Maar het tragische eindresultaat is 0 vliegvlugge jongen. We hebben geen enkel vliegvlug jong waargenomen en op basis van waarnemingen van adulten ook geen enkele aanwijzing dat dit gelukt is. Het laatste paar dat in juni 2 jongen kreeg heeft het een dag of 10 volgehouden. Moeder wulp was al snel vertrokken (wat overigens gebruikelijk is bij wulpen) en vader heeft geprobeerd zijn zijn 2 pullen zo goed en zo kwaad als het kon te begeleiden.
Hulpeloos
Maar het zijn hulpeloze schepseltjes met hun lange stelten. Zich nauwelijks van gevaar bewust jagen ze de hele dag achter insecten in halflang gras en zijn een makkelijke prooi voor roofvogels. De melkveehouder op wiens bedrijf ze rondliepen zag het gebeuren. Hij belde me op met de mededeling dat hij net een grote roofvogel met iets in zijn klauwen had zien wegvliegen met een wulp er achteraan. Toen ik een dag later ging kijken was er geen wulp meer te bekennen. Beide kuikens hadden blijkbaar al het loodje gelegd. Zie bijgaand filmpje waarin deze vaderwulp met een van zijn pullen te zien is, foeragerend in de grasklaver, toen er nog hoop was.
‘Vaderwulp met zijn 2 jongen.’
Scholeksters
De scholeksters zijn bijna verdwenen uit het agrarisch gebied. We telden 9 paren waarvan er 5 nog een broedpoging hebben gedaan op akkerland. Allen zonder succes. De andere 4 paren hebben waarschijnlijk op een plat dak gebroed en bij zeker 2 paar zijn kuikens gezien. Er is zeker 1 jong vliegvlug geworden, mogelijk nog één. Deze jongen liepen rond op een industrieterrein en tussen de huizen aan de rand van Ospel.
Aan de boeren heeft het niet gelegen
Aan de medewerking van de boeren heeft het weer niet gelegen maar het broedsucces blijft desondanks belabberd.
Patrijzen doen het beter
Gelukkig hebben de patrijzen het juist wel weer redelijk goed gedaan na een slecht broedsucces vorig jaar. Die profiteren duidelijk van de droogte. Eén van de gezenderde patrijshennen uit ons onderzoek heeft het gepresteerd 21 eieren uit te broeden in het smalle bermpje van de Kruisvennendijk en ook nog eens bijna alle kuikens groot te krijgen. Ook kwartels, veldleeuweriken, graspiepers en roodborsttapuiten waren volop present in en rond de weidevogelhooilanden.
Verdeeld succes
We blijven ons best doen maar het zijn barre tijden voor de weidevogels, maar wel succes voor andere boerenlandvogels.
Bron: Willem Maris, met dank aan collega-beschermers Peter Feijen, Jan Sieben en Frans Boonen, en Cor Uijtewaal.