Nieuw beheer hamster en akkervogelbeheer

Nieuw beheer hamster en akkervogelbeheer

Het behouden van een levensvatbare hamsterpopulatie in een geschikt leefgebied is nog steeds afhankelijk van gerichte bijzettingen van jonge hamsters. Om enig resultaat te halen uit deze uitzettingen moet worden gekeken welk gebied de meest ideale omstandigheden voor de soort bezit. Een voor de hamster geschikt leefgebied wordt gekenmerkt door een robuuste mozaïek van goed beheerde hamsterpercelen zonder oogst met daartussen hamsterpercelen met aangepaste oogst. En niet te vergeten: er moeten wilde hamsters aanwezig zijn in de nabije omgeving van de uitzetlocaties. Alleen op deze manier kan er voor een lokale hamsterpopulatie een overlevingskans worden geboden. In de leefgebieden Amby-Heer-Sibbe, Sittard-Puth-Jabeek en Koningsbosch komen hamsters voor.

Op dit moment zijn we nog steeds voorzichtig aan het terugkrabbelen uit het dieptepunt van het aantal hamsterburchten dat in 2017 was bereikt. Tot op de dag van vandaag hebben we alle jonge hamsters die uit het fokprogramma komen hard nodig om de lokale populaties in de drie hierboven genoemde leefgebieden in stand te houden.

Dit blijft voorlopig ook nog zo, waardoor het uitzetten van hamsters en daarmee het uitvoeren van specifiek hamsterbeheer in het leefgebied Wittem-Bocholtz voorlopig niet aan de orde is. Maar let op: dat kan snel veranderen als het weer goed gaat met de hamster in de reeds bezette leefgebieden. Daarom is het wel belangrijk om het gebied ‘warm’ te houden.

Met akkervogelbeheer voorsorteren op de terugkomst van de hamster

Gezien de grote hoeveelheden akkervogels en roofvogels in hamsterbeheerpercelen kunnen we vaststellen dat het hamsterbeheer heel veel overeenkomsten heeft met akkervogelbeheer. Het beheer dat hoort bij een vogelakker ligt dicht tegen het hamsterbeheer aan. De verschillen zitten hem in de details. In de komende beheerperiode gaan we vogelakkers aanleggen in Wittem-Bocholtz. We kunnen zo heel gericht maatregelen treffen voor tal van akkervogels en diverse roofvogels. Soorten als veldleeuwerik, rode wouw of misschien wel de grauwe gors gaan hiervan profiteren. Met het uitbreiden van het akkerbeheer gericht op akkervogels bereiden we dit unieke gebied voor op de terugkeer van de hamster door het aanleggen van een robuuste mozaïek van divers akkerbeheer.

De vogelakker

Een vogelakker bestaat grotendeels uit luzerne. De stroken luzerne worden afgewisseld met graskruiden stroken. Een vogelakker draagt sterk bij aan het ontwikkelen van een vorm van kleinschaligheid, waarvan insecten profiteren en waarop hun beurt akkervogels profiteren. Bijvoorbeeld de veldleeuwerik vindt er de juiste vegetatie om in te broeden en insecten om z’n jongen groot te brengen.

Belangrijkste verschillen tussen hamsterbeheer en akkervogelbeheer

Bijvangst

Naast broedende- en overwinterende akkervogels worden ook muizen etende roofvogels en uilen vanuit de omgeving aangetrokken door een vogelakker. Zo profiteert de rode wouw, waarvan steeds meer broedgevallen in het kleinschalige Zuid-Limburgse cultuurlandschap worden aangetroffen, van de beschikbaarheid van voedsel dat bereikbaar wordt na ieder maaibeurt van de luzerne. Rode wouwen zijn goed te herkennen aan hun sierlijke vlucht, lange vleugels en gevorkte staart.

Broedcyclus Veldleeuwerik

Na 2 weken broeden komen de eieren uit en 8 dagen later zijn de jongen groot genoeg om uit het nest te stappen. Nog weer 10 dagen later kunnen ze vliegen. De beide ouders voeren de jongen. In totaal heeft een veldleeuwerik 45 dagen nodig om jongen vliegvlug te krijgen.