Update zenderonderzoek patrijs

Door: Willem Maris

Vorige winter (2020/2021) zijn in Ospel weer patrijzen gezenderd voor onderzoek naar hun terreingebruik. In het onderzoeksgebied van 2500 ha liggen veel ANLb percelen. Door jaarlijks een aantal patrijzen te zenderen probeert Natuurrijk Limburg beter zicht te krijgen op de betekenis van ANLb percelen voor deze sterk bedreigde boerenlandvogel.

Hieronder een update van januari 2022 over dit onderzoek. Meer informatie over onze inzet voor de patrijs is te vinden op de projectpagina.

11 Terugvangsten

We hebben maar liefst 11 patrijzen terug kunnen vangen van de 25 die een jaar eerder gezenderd zijn. Dit terugvangen was niet eenvoudig omdat de levensduur van de zenderbatterijen te hoog was ingeschat. Toen de nieuwe partij zenders arriveerde was bij  de meeste vogels de zender al uitgevallen. Een helse klus om de zenderpatrijzen dan nog terug te vinden. Gelukkig zijn ze erg honkvast. Maar dan nog. Het was een kwestie van speuren, speuren en nog eens speuren. Tot je een visuele waarneming hebt. Vervolgens vaststellen waar de groep met de gezenderde vogel gaat slapen en dan ‘s nachts proberen precies de goede vogel er tussen uit te pikken.

Naast de 11 teruggevangen vogels zijn 14 nieuwe patrijzen gezenderd.

Tijdens de vele pogingen patrijzen met uitgevallen zenders terug te vangen hadden we veel ‘bijvangst’. D.w.z. we vingen veel patrijzen die we eigenlijk niet moesten hebben. Deze 31 bijvangst-patrijzen zijn gekleurringd zodat ze ook individueel herkenbaar zijn. En het is ook daadwerkelijk gelukt een flink aantal waarnemingen te doen van deze gekleurringde vogels. Zo waren we in staat het terreingebruik van nog meer patrijzen in kaart te brengen.

Jan Biemans, Boena van Noorden, Frank Meeuwissen en Gerard Müskens hebben weer geassisteerd bij het vangen en zenderen. Waarvoor veel dank want daar zijn weer heel wat nachtelijke uren in gaan zitten.

Populatieontwikkeling Ospel

In Ospel kijken we niet alleen naar gezenderde en gekleurringde patrijzen. De totale Ospelse patrijzenpopulatie wordt al sinds 2014 nauwkeurig gevolgd. In het voorjaar tellen we de broedparen, in augustus de kuikens en het totale aantal patrijzen. Het is gebruikelijk dat jaarlijks 40%-60% van de patrijzenpopulatie verdwijnt c.q. sterft in de periode oktober-april. Dit is ook goed terug te zien in de telresultaten. Vooral tijdens de paarvorming vanaf januari zijn patrijzen kwetsbaar. Om een partner en een territorium te verwerven moeten de vogels zich duidelijk manifesteren wat grote risico’s met zich mee brengt.

Populatiegegevens patrijs in onderzoeksgebied Ospel (2500 ha). 

winter verlies broed paren totaal najaar juv augustus juv per paar paren succesvol % succesvol
2014 25 112 62 2,5 10 40%
2015 46% 30 200 160 5,3 16 53%
2016 69% 31 103 79 2,5 10 32%
2017 44% 29 151 115 4,0 18 62%
2018 46% 41 234 179 4,4 23 56%
2019 51% 57 280 220 3,9 23 40%
2020 49% 71 279 198 2,8 32 45%
2021 61% 55 167 111 2,0 18 33%


Predatie

We zijn het onderzoeksjaar 2021 gestart met 16 gezenderde hennen en 9 hanen. In januari 2022 leven nog maar 6 zendervogels waarvan slechts 1 hen.

Zes hennen zijn voorjaar 2021 gepredeerd: 4 door een vos, 2 door een roofvogel. In de zomer zijn 3 hennen gepakt: 1 door een sperwer, 1 door een onbekend zoogdier en 1 door een steenmarter. Die laatste hen had 6 kuikens van een week of twee oud toen ze sneuvelde. Over het lot van de kuikens is niets bekend maar we vrezen het ergste. Verder zijn van 3 hennen resten gevonden waar niets meer uit af te leiden viel over de doodsoorzaak. En 3 hennen zijn compleet uit beeld verdwenen.

Predatiedruk op hennen is dus hoog. Dit zagen we ook terug in de samenstelling van de zomergroepjes. Eén gezenderde haan dook ineens op in een groepje van 5 hanen. Zijn broedende (niet gezenderde) hen was blijkbaar gesneuveld. En hij was duidelijk niet de enige weduwnaar. Later voegde zich zelfs nog een 6e haan bij dit herengezelschap. Dat bleek ook een bekende: de gekleurringde partner van 1 van de gepredeerde zenderhennen.

Zelfs de enig overgebleven zenderhen viel nog bijna ten prooi aan een havik. Tijdens het observeren van haar familie in augustus werd ze vlak voor onze neus bijna gepakt. Samen met haar ook gezenderde haan, een andere adulte haan, en enkele kuikens van een maand oud zat ze bij een ruig begroeide greppel langs een tarwestoppel. Vlakbij op de stoppel foerageerden veel houtduiven maar de havik dook heel doelgericht op de patrijzen. De hen vloog uit de greppel en suisde met de havik op slechts enkele meters achter haar naar een groot braamstruweel 150 m verderop en wist zo het vege lijf te redden. Om het belang van stekelstruwelen nog maar eens te onderstrepen. Inmiddels is ze samen met haar ook gezenderde haan alweer terug gevangen en hebben ze beiden een nieuwe zender. Ook één van hun dochters heeft nu een zender. 

Daling broedparen

Na de gestage toename de afgelopen jaren hadden daalde dit jaar het aantal broedparen in Ospel. Vorig jaar begonnen we met 71 broedparen. Ook dit jaar zouden we  waarschijnlijk rond de 70 uitgekomen zijn…… ware het niet dat we begin februari getrakteerd werden op een zeer heftige winterweek met vorst overdag en een sneeuwdek. De patrijzen waren al volop aan het koppelen. En het waren er veel. Rond een van de vogelakkers zaten in januari 3 grote kluchten van 12 -14 vogels. Maar in die fatale februari week sneuvelden in ieder geval 3 zenderpatrijzen: 2 werden gepakt door een roofvogel en 1 stierf door uitputting tijdens een sneeuwjacht. Nog eens 3 zendervogels raakten buiten beeld, van een daarvan is weken later 1 km verderop alleen de zender teruggevonden. Gezien de verliezen onder de zenderpatrijzen is het zeer waarschijnlijk dat deze koudeperiode er de oorzaak van is dat de aantallen zo vlak voor het broedseizoen flink zijn uitgedund.

Langdurig volgen

Onder de gesneuvelden in die februari week was helaas ook ‘good old’ Thijs die kort daarvoor alweer zijn derde zender had gekregen. Thijs volgden we al vanaf het begin van het zenderonderzoek in april 2019. Hij was nog steeds in topconditie. Hij heeft 2 keer kuikens grootgebracht. In 2019 5 kuikens van hem zelf en in 2020 15 kuikens als stiefvader bij een ander koppel nadat zijn eigen hen gesneuveld was in de broedfase. We hebben hem 675 dagen kunnen volgen tot zijn onfortuinlijke einde februari 2021 in de klauwen van vermoedelijk een havik. Overigens hebben inmiddels drie andere patrijzen een derde zender gekregen. Deze drie volgen we nu zelfs al meer dagen dan Thijs, resp 756, 749 en 749 dagen, peildatum 7 januari 2022. Dit zijn ook allemaal hanen. De hen die we het langst konden volgen was Gina met 564 dagen.

Gezenderde hen (links) met haan op 11 februari 2021. (JvdK)

Laag broedsucces

Omdat naast de daling van het aantal broedparen ook het broedsucces in 2021 veel lager was kunnen we spreken van een slecht jaar voor de Ospelse patrijzen.

Gemiddeld slechts 2,0 kuikens per paar. Minder nog dan de 2,8 in 2020 toen het broedsucces ook al niet over hield. Door het slechte broedsucces en de grote verliezen onder met name de adulte hennen is  het aantal patrijzen in de loop van de zomer nog niet eens verdubbeld. In augustus leefden in Ospel slechts anderhalf keer zoveel patrijzen als in het voorjaar. De 55 broedparen leverden in augustus het schamele totaal van slechts 167 patrijzen op.

Jachttellingen

Ook bij de jachttellingen die we sinds 2019 als extra telmoment hebben ingevoerd zien we dit beeld terug. Tijdens 4 jachtdagen op haas in oktober-november worden de kluchten en het aantal vogels per klucht geteld. In Ospel wordt in verschillende groepjes van ca 4 mensen gejaagd waarbij op elke jachtdag ca 20%-30% van het onderzoeksgebied wordt afgezocht. Vorig jaar werden op deze 4 jachtdagen gemiddeld 86 patrijzen per dag geteld met een gemiddelde kluchtgrootte van 7,0 vogels. Dit jaar werden gemiddeld slechts 38 patrijzen per jachtdag geteld en was de gemiddelde kluchtgrootte 5,2.

Deze tellingen geven geen inzicht in het absolute aantal in de herfst maar wel een indicatie voor de trend in de herfststand.

patrijzen gezien jacht 2021 totaal gemidd. groepsgrootte
23-10-2021 24 3
30-10-2021 68 5.7
06-11-2021 28 7
13-11-2021 32 6.4
gemiddeld per jachtdag 38 5.2

patrijzen gezien jacht 2020
totaal gemidd. groepsgrootte
17-10-2020 96 7.4
24-10-2020 66 8.3
31-10-2020 82 6.3
*7/14/21-11-2020 101 6.7
gemiddeld per jachtdag 86 7
* vanwege corona in kleinere groepjes op verschillende dagen


Gebruiken patrijzen ANLb vogelakkers?

Met het zenderonderzoek proberen we helder te krijgen hoe we maatwerk kunnen leveren via het ANLb beheer. Net als vorig jaar zien we dat patrijzen de vogelakkers vooral gebruiken als vluchtdekking in herfst en winter. In de zomer zien we bij de meeste vogelakkers wel koppels maar we hebben van geen enkele gezenderde patrijs een broedgeval in een vogelakker kunnen vaststellen. In 2020 hebben we wel met zekerheid minstens 1 broedgeval van een ongezenderde patrijs kunnen vaststellen in een vogelakker en afgelopen jaar heeft één zenderkoppel vermoedelijk wel een nestpoging gedaan in een vogelakker maar het is nog steeds onduidelijk hoe groot de waarde van de vogelakkers is voor de patrijzen als nest- en kuikenhabitat.

Vogelakker eind juni met wintergraan en pas ingezaaid deel.

Dezelfde akker eind september.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dezelfde akker met koppel op pas ingezaaid deel.

Duidelijk is wel dat de patrijzen de nabijheid van de vogelakkers opzoeken in oktober-november nadat alle  gewassen van het veld zijn. De akkers zijn dan ware paradijsjes in het verder leeggeruimde landschap. In november troffen we in ieder geval bij 4 vogelakkers een patrijzenfamilie. We hebben dit op beeld gezet in onderstaand filmpje.

Verder zien we – ook in de zomer – een veelheid aan andere boerenlandsoorten in de vogelakkers, variërend van kieviten met jongen in de nog kale opnieuw ingezaaide stukken, tot fazanten, reeën, en massa’s zangvogels in de hoger begroeide delen. Torenvalken, blauwe kiekendieven, buizerds, en rans- en kerkuilen komen af op het grote muizenaanbod. Met als kers op de taart in najaar en voorjaar soms een smelleken op doortrek. Dit prachtige kleine valkje is een echte specialist in het vangen van kleine vogeltjes. Bijzonder zijn ook de grote groepen ringmussen bij een aantal akkers.

In maart zien we soms opmerkelijke concentraties patrijzenkoppels rond sommige vogelakkers. Maar later verdelen deze koppels zich toch weer over het steeds meer begroeid rakende landschap rondom de akkers.

Weidevogelpercelen aantrekkelijk

‘s Zomers lijken de ANLb weidevogelhooilanden meer in trek bij de patrijzen dan de vogelakkers. In en rond deze hooilanden vonden we de afgelopen jaren veel paren met kuikens.

Stekelstruwelen

In het onderzoeksgebied worden door de gemeente Nederweert steeds meer stekelstruwelen aangelegd. Een mooie ontwikkeling. Struwelen met hondsroos, sleedoorn en meidoorn zijn van groot belang als vlucht- en broeddekking voor patrijzen. Een fijnmazig netwerk van struwelen is nodig om patrijzen overlevingskansen te geven in de huidige grootschalige landbouwgebieden waar het voor predatoren (te) makkelijk is om toe te slaan.

Pas aangelegd stekelstruweel in Ospel.

Tot zover weer het patrijzennieuws uit Ospel.

Wordt vervolgd.

Headerfoto: JvdK
Overige foto’s: Willem Maris